Vaccinatie bij de hond

Het is al geruime tijd gebruikelijk om honden met regelmaat in te enten tegen een aantal belangrijke ziektes. Niet alleen de  pup, maar ook jaarlijks de volwassen honden. Op deze wijze wordt voorkomen dat de hond met één van de volgende ziektes in aanraking komt.

Hondenziekte: (ziekte van Carré) is een zeer besmettelijke, maar dankzij vaccinatie tegenwoordig een zeldzame virusziekte, die ontstekingen aan de voorste luchtwegen, darmproblemen en hersenvliesontsteking kan veroorzaken. In veel gevallen verloopt de ziekte fataal en degenen die overleven houden vaak blijvend hersenletsel over.

Parvo: is een besmettelijke virusziekte gekenmerkt door een ernstige ontsteking van de darm en soms ook de hartspier. De ernstig zieke hond braakt en heeft bloederige diarree. Bij jonge pups is de ziekte vaak dodelijk. Deze infectie komt helaas nog regelmatig voor.

Ziekte van Weil: (Leptospirose) wordt veroorzaakt door een bacterie, afkomstig uit urine van andere honden of ratten. Honden die zwemmen of op een andere wijze in contact komen met ratten, lopen verhoogd risico. De bacterie nestelt zich in lever en nieren en richt daar grote schade aan, gekenmerkt door hoge koorts, donkergele urine en gele slijmvliezen (geelzucht). Bovendien is de ziekte van Weil ook besmettelijk voor de mens (zoönose).

Hepatitis: is een besmettelijke leverziekte veroorzaakt door een virus en wordt verspreid via urine van besmette honden, met als gevolg een leverontsteking.

Paraïnfluenza: is een virusziekte met infectie van de voorste luchtwegen en de longen. Samen met de bacterie Bordetella Bronchiseptica kan het kennelhoest tot gevolg hebben met het beeld van een luchtweginfectie waarbij een hardnekkige hoest meestal voorop staat.

 

Tot enkele jaren geleden was het gebruikelijk om jaarlijks, met de grote cocktail, tegen alle bovenstaande ziektes te vaccineren. Nieuw wetenschappelijk onderzoek en daarmee vernieuwing en aanpassing van de vaccins hebben echter tot een wijziging in het vaccinatieschema geleid. Zo geven de vaccins tegen Hondenziekte, Hepatitis en zelfs Parvo gedurende een aantal jaren bescherming in plaats van 1 jaar en hoeven daarom nog maar 1 keer per 3 jaar gegeven te worden. Daarmee wordt de jaarlijkse grote cocktail vervangen door: het ene jaar de grote cocktail en de twee daarop volgende jaren alleen de enting tegen de ziekte van Weil. Dit neemt niet weg dat door mutaties van virussen er nieuwe stammen kunnen ontstaan waardoor een herziening van dit schema mogelijk noodzakelijk wordt.

Onveranderd blijven de vaccinaties tegen Hondsdolheid en Kennelhoest  (Para-influenza en Bordetella). Tegen Hondsdolheid geldt voor honden die meegaan naar het buitenland binnen de EU dat ze iedere 3 jaar gevaccineerd moeten worden, minimaal 3 weken voor vertrek, let op(!) buiten de EU gelden andere regels, informeer hier eventueel tijdig naar. Tegen Kennelhoest, voor honden die naar een pension gaan en zij die een verhoogd risico lopen tijdens shows, hondencursus etc., moet jaarlijks gevaccineerd worden.

Nieuwe wetenschappelijke inzichten en het huidige maatschappelijke besef om niet onnodig te vaccineren komen dus samen in een modern vaccinatieschema. Zonder de hond onnodig te belasten blijft hierbij voorop staan dat uw hond veilig beschermd is tegen ongewenste ziektes.