Huisvesting en verzorging

 

Fretten zijn voor dierenartsen een enorme uitdaging. Ze vereisen een hele eigen aanpak en benadering vanwege het feit dat ze hele specifieke problemen kunnen hebben!


De fret in het algemeen                          

De fret is een carnivoor en behoort tot de familie van de marterachtigen. Fretten zijn al eeuwenlang gedomesticeerde dieren. Het is een fabeltje dat fretten in de natuur kunnen overleven. Het loslaten van een fret in de natuur moet dan ook gezien worden als een vorm van dierenmishandeling.

Fretten kunnen enorm variëren in grootte en kleur. De mannetjes kunnen 1-2 kg wegen, de vrouwtjes zijn meestal een stuk lichter ongeveer 0.5 tot 1 kg. In de winter zorgt een natuurlijk mechanisme voor het opstapelen van vetreserves waardoor fretten in de winter een stuk zwaarder kunnen zijn dan in de zomer. Het verschil in lichaamsgewicht in de zomer en in de winter kan soms wel 40% bedragen! De meest voorkomende kleuren bij de fret zijn albino, wildkleur en sandy. Er zijn echter meer dan 30 kleurvariëteiten bekend.


Huisvesting

Fretten worden zowel binnen- als buitenshuis gehouden. Het hok moet minimaal anderhalve tot twee vierkante meter bodemoppervlak voor één of twee fretten hebben, met voor iedere volgende fret een halve vierkante meter extra. Het hok moet tochtvrij zijn en voorzien van stofvrij strooisel of ander nestmateriaal (lappen, hangmatten).

Een te klein hok en/of ontbreken van een goede slaapplaats (hokje) daarin is een bron van ongerief. Een fret heeft behoefte aan een vaste plek voor urineren en ontlasting (kattenbak). Fretten kunnen slecht tegen de warmte. Let er daarom op dat de kooi niet in de zon kan komen te staan. Een fret hoort, afhankelijk van zijn leeftijd en behoefte, een paar uur per dag vrijuit te kunnen spelen en rennen buiten de kooi. In de kooi wordt meestal voornamelijk geslapen. Het spelen gebeurt buiten de kooi. Het liefst wil de fret dan ook eventjes wat aandacht van zijn baasje. Fretten spelen en zijn actief voor 20-30% van de dag. Dit doen ze dan redelijk intensief. De rest van de dag slapen ze. Fretten graven graag: er is discussie of dit wellicht een gedragsbehoefte is van het fret.

Evenals andere oorspronkelijk solitaire dieren, zoals de kat, kunnen individuele fretten soms lijden onder de sociale stress, dat een soortgenoot veroorzaakt. Het dominantere dier kan bepaalde plekken monopoliseren in huis, bijvoorbeeld voerbak of ligplek. Chronische stress door een slechte sociale match, kan leiden tot stressgerelateerde gedragingen (terugtrekken, angstgedrag of agressie) en/of een hogere gevoeligheid voor ziekten en infecties van het ondergeschikte dier. Of een fret in een groep kan worden gehouden hangt af van het individuele dier en de individuele situatie (o.a. genetische factoren, socialisatie, maar ook groepssamenstelling).

Onvoldoende variatie en afleiding leiden bij het fret tot verveling en is een bron van ongerief.

Exploratiebehoefte brengt voor het fret risico’s met zich mee: fretten kunnen overal vast komen te zitten en bv in elektrische snoeren bijten. Mits goed gesocialiseerd kan een fret samen leven met een hond of een kat.

Verkeerd hanteren kan leiden tot kwetsuren en tot een slechte band tussen dier en baas. Een fret heeft een atletisch en flexibel lichaam, waardoor lichamelijke schade door verkeerd menselijk hanteren meestal kan worden voorkomen. Fretten kunnen hard bijten en laten niet gemakkelijk los!